facebook

Sarmad Al Dulaimi: 'Als kind ging ik graag naar de tandarts'

Evert Berkel
3 minuten
32
32 elementen, 32 vragen. De geïnterviewde pikt er blind zeven vragen uit en beantwoordt die naar beste eer en geweten. Sarmad Al Dulaimi (28) van Tandartsenpraktijk Stationsstraat in Scheemda kwam tot de volgende keuzes.

14 Welke patiënt hebt u liever niet?

‘In ieder geval heb ik het liefst een gemotiveerde patiënt voor me die mijn adviezen om zijn gebit goed te onderhouden niet in de wind slaat. Tandheelkunde is immers een samenwerking tussen tandarts en patiënt. We kunnen namelijk geen pilletje voorschrijven om gaatjes te voorkomen. Onderhoud moet de patiënt zelf verrichten. Maar helaas komen mensen niet allemaal om te luisteren, ze komen slechts om te horen.’

7 Wanneer bent u op uw best?

“Als ik kan samenwerken met een assistent die proactief is, dan merk ik dat ik als tandarts kan uitblinken. Ik heb mijn opleiding in België moeten doen, nadat ik hier drie keer voor de studie tandheelkunde ben uitgeloot. Mede omdat ik het teamwerk in Nederland erg waardeer, ben ik weer in Nederland komen werken, in Groningen. En natuurlijk werk ik met moderne materialen een stuk fijner. Die zijn vaak efficiënter en gebruiksvriendelijker.”

1 Waarom dit vak?

‘Ik zal een uitzondering zijn, maar als kind ging ik graag naar de tandarts. Eerst niet. Toen mijn voortand tijdens het voetballen werd geraakt en er een stuk afbrak, weet ik nog goed hoe ik met angst en beven in de stoel lag. Maar de tandarts stelde me gerust, legde goed uit wat hij allemaal ging doen en leverde een absoluut meesterwerkje af. Ik was diep onder de indruk. Hoewel ik nog maar elf jaar was, wist ik toen al: “Dat wil ik later ook kunnen!”

9 Wie ziet u als uw leermeester?

“Dat is zonder twijfel professor dr. Paul Lambrechts van de KU Leuven, die zich op onder andere endodontologie heeft toegelegd. De gemiddelde patiënt wordt alleen al bij de gedachte aan een wortelkanaalbehandeling angstig. Laat staan hoe hij zich voelt als hij daadwerkelijk in de stoel ligt. Van professor Lambrechts heb ik het belang van goede communicatie geleerd. Door met foto’s en radiologisch beeld te laten zien waarom en wat er moet gebeuren, kun je een stuk angst wegnemen. En hoe rustiger de patiënt is, hoe beter het eindresultaat wordt.”

32 Welke oproep doet u aan de voorzitter van de KNMT?

“Als nieuw lid, ik ben nog maar net afgestudeerd, vind ik het fijn om te zien dat Wolter Brands zo actief is! Ik lees de rubriek ‘Waar was Wolter?’ altijd met veel plezier. Ik weet dat hij druk is, maar ik zou het geweldig vinden om hem ook eens een keer in het prachtige hoge Noorden te ontmoeten, hem te mogen aanhoren en eens met hem van gedachten te mogen wisselen.”

18 Wat als een patiënt echt niet kan betalen?

“Iemand met pijn zal ik nooit wegsturen, dat druist in tegen al mijn normen en waarden. Ik ben natuurlijk geen praktijkeigenaar, maar wat mij betreft zal ik de eerste noodzakelijke behandeling uitvoeren. Wellicht komen we tot een oplossing om dergelijke pijn in de toekomst te voorkomen. Dus extra aandacht voor preventie.”

25 Waarin bent u een ster?

“Lastig om van jezelf te zeggen… Ik krijg vaak complimentjes dat ik naar mijn patiënten toe zo rustig en duidelijk ben. Ik vind het hun recht om te weten wat we precies gaan doen, dus ik neem daar ook de tijd voor. Laat met de spiegel zien hoe ik tot de conclusie ben gekomen wat er moet gebeuren en bespreek uitvoerig het behandelplan. En dan leg ik uit dat ze misschien nu geen pijn hebben maar, als ik nu niets doe, over een half jaar wel. Meestal wordt dan ook het financiële plaatsje meteen duidelijk.”

Tekst: Anita Zijlstra // Beeld:Rob ter Bekke