Wettelijke kaders van de ouderenzorg

Wettelijk gezien, valt de ouderenzorg onder vijf kaders: de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Voor mensen met vergaande kwetsbaarheid, zoals dementie, zijn daar per 2020 de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) bij gekomen. Als mondzorgverlener kunt u hiermee te maken krijgen.

Zorgverzekeringswet (Zvw)

Met de invoering van de Zvw in 2006 heeft iedereen recht op dezelfde, betaalbare zorg uit het basispakket en betaalt daaraan verplicht mee via premies en belastingen.

De kosten voor de tandarts en andere mondzorg (zoals de mondhygiënist) vallen voor volwassenen vanaf 18 jaar niet onder de basisverzekering. Wel is in sommige gevallen een vergoeding mogelijk. Het gaat dan om een behandeling door de mka-chirurg of het maken van een kunstgebit. Afhankelijk van de soort zorg moet de verzekerde hiervoor wel een eigen bijdrage betalen. Ook geldt het verplichte eigen risico.

Mondzorg in de Zorgverzekeringswet

Wet langdurige zorg (Wlz)

Ouderen wlz

De Wlz regelt de zorg voor kwetsbare mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben. Dit geldt wanneer er bij iemand sprake is van een somatische, psychogeriatrische, verstandelijke, lichamelijke, of zintuiglijke beperking. Per 1 januari 2021 komt hier nog de grondslag ‘psychiatrische problematiek’ bij. De grondslag wordt vastgesteld door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Patiënten die langdurige en intensieve zorg nodig hebben, maar geen indicatie hebben voor opname in een verpleeghuis, krijgen thuiszorg die wordt vergoed vanuit de Wlz, via een zogeheten 'volledig pakket thuis' (vpt). Hieronder valt echter niet de mondzorg, die een patiënt in een Wlz-instelling wel krijgt. Wanneer zorg van een mondzorgverlener nodig is, is in sommige gevallen een vergoeding vanuit de basisverzekering mogelijk.

Mondzorg in de Wet langdurige zorg   

Wet zorg en dwang (Wzd)

Voor patiënten met een verstandelijke beperking of met een psychogeriatrische aandoening als dementie geldt per 1 januari 2020 de Wzd. Deze wet regelt onvrijwillige zorg en opnames en vervangt de Wet Bopz (Bijzondere opnames psychiatrische ziekenhuizen). De Wzd beschrijft onder meer wanneer er sprake is van onvrijwillige zorg en hoe een besluit tot onvrijwillige zorg genomen dient te worden. Hiermee wordt beoogd dat mensen die hun wil niet meer kunnen uiten beter beschermd zijn.
De Wzd richt zich op patiënten met:

  • een Wlz-indicatie, met grondslag verstandelijke beperking en/of psychogeriatrische aandoening, die vanwege hun verstandelijke beperking en/of psychogeriatrische aandoening zijn aangewezen op zorg
  • een schriftelijke verklaring van een ter zake kundige arts, waaruit blijkt dat er sprake is van een vergelijkbaar regieverlies en zorgbehoefte. Dit kan zorg zijn vanuit de Wmo, de Jeugdwet of de Zvw.

Wanneer krijgt u te maken met de Wzd?

De Wzd geldt vooral voor gedifferentieerde tandartsen gehandicaptenzorg en geriatrie, die in een instelling werkzaam zijn of in hun eigen praktijk patiënten hebben met een Wlz-indicatie. Maar ook als algemeen practicus kunt u met de Wzd te maken krijgen. Namelijk als u thuiswonende patiënten behandelt die vergevorderd kwetsbaar en daardoor zorgafhankelijk zijn. Dat wil zeggen patiënten die een Wlz-indicatie hebben, maar zorg krijgen via een 'volledig pakket thuis' (vpt). 

U krijgt hiervoor te maken met de Wzd-functionaris, de opvolger van de Bopz-arts. De Wzd-functionaris is een ter zake kundige arts, gezondheidszorgpsycholoog of orthopedagoog-generalist die door de zorgaanbieder is aangewezen. De Wzd-functionaris beoordeelt het zorgplan en:

  • ziet toe op de inzet van de minst ingrijpende vorm van onvrijwillige zorg,
  • stimuleert de mogelijke afbouw ervan en
  • is verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken rond het verlenen van deze zorg.

Stappenplan Wzd

Het uitgangspunt van de Wzd is: ‘Nee, tenzij …’. Onvrijwillige zorg mag alleen worden verleend als het niet anders kan. Alvorens te besluiten tot het verlenen van onvrijwillige zorg moet u eerst het stappenplan Wzd doorlopen. Dit moet duidelijkheid geven over wat tijdens de behandeling wel of niet is geoorloofd.

Stappenplan Wzd (pdf)

2020: overgangsjaar Wzd

Het jaar 2020 gold als een overgangsperiode, onder meer bedoeld om zorgaanbieders en zorgverleners ervaring te laten opdoen en vertrouwd te maken met de bepalingen in de Wzd. Het eerste jaar is ook gebruikt om samen met het veld oplossingen te vinden voor vraagstukken die vanuit de nieuwe wet nog open lagen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) handhaafde in 2020 alleen als de kwaliteit en veiligheid van de zorg in gevaar kwamen. Op www.dwangindezorg.nl kunt u de laatste ontwikkelingen volgen.

Mondzorg en de Wet zorg en dwang

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Voor de volledigheid wordt hier nog de Wvggz genoemd. In de algemene praktijk is de kans heel gering dat u te maken krijgt met patiënten die vallen onder deze wet. De Wvggz regelt de rechten van mensen die vanwege een psychische aandoening wellicht verplichte zorg nodig hebben. Hierbij gaat het om mensen bij wie deze aandoening leidt tot gedrag dat ernstig nadeel of gevaar veroorzaakt voor henzelf of voor anderen. Als dit nadeel of gevaar niet kan worden weggenomen via vrijwillige zorg, kan de rechter verplichte zorg opleggen. De Wvggz geldt niet voor mensen met een verstandelijke beperking of dementie, voor hen geldt de Wzd.

Deze informatie is onderdeel van de praktijkwijzer Zorg aan kwetsbare ouderen in de mondzorgpraktijk