facebook

Ouderen verwijzen

Mondzorg is een kwestie van samenwerken, zowel binnen als buiten de eigen praktijk. Het kan nodig zijn om een kwetsbare oudere patiënt, uiteraard in overleg, voor een behandeling te verwijzen naar een andere mondzorgverlener.

Hierbij geldt dat u als verwijzende tandarts verantwoordelijk blijft voor het zorgproces. In de praktijkrichtlijn Horizontale verwijzingde praktijkrichtlijn Verticale verwijzing en de praktijkrichtlijn Verwijsrelatie van tandarts naar tandprotheticus staan alle aspecten die van belang zijn voor een zorgvuldige, professioneel verantwoorde en patiëntvriendelijke verwijzing. Ter aanvulling op de genoemde praktijkrichtlijnen staan hieronder de adviezen wanneer het gaat om kwetsbare ouderen.

Tandarts ontvangt oudere dame in de wachtkamer

Verwijzing naar een collega-tandarts

Een verwijzing naar een andere tandarts is voor een kwetsbare oudere belastend. Toch kan het in bepaalde gevallen nodig zijn. Bijvoorbeeld omdat u de noodzakelijke mondzorg niet meer kunt bieden of omdat uw praktijk om wat voor reden dan ook niet voldoende toegerust is op de zorg aan kwetsbare ouderen. Hierbij wordt het volgende geadviseerd.

  • U probeert, wanneer u de noodzakelijke mondzorg niet kunt bieden, de patiënt te verwijzen naar een tandarts- geriatrie of naar een collega van wie bekend is dat deze affiniteit heeft met ouderenzorg. Ook een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) kan deze zorg bieden. Verwijzing naar andere differentiaties kunt u beter zoveel mogelijk vermijden.
  • U neemt voldoende tijd om uit te leggen waarom en waarvoor u de patiënt verwijst en naar wie u verwijst. U geeft zo mogelijk deze informatie schriftelijk mee aan de patiënt.
  • U zorgt ervoor dat een zorgplan of andere relevante behandelafspraken beschikbaar zijn voor de mondzorgverlener naar wie u de patiënt verwijst.

Samenwerking mondhygiënist

Voor een ‘levensloopbestendige mondgezondheid’ is preventie van belang. De mondhygiënist is hiervoor de aangewezen mondzorgverlener. Als de mondhygiënist in uw mondzorgpraktijk werkzaam is, is de samenwerking bij het verlenen van de zorg veelal goed georganiseerd en vastgelegd. U kunt het bijvoorbeeld zo geregeld hebben dat de mondhygiënist bepaalde patiënten met regelmaat ziet. Maar misschien vindt verwijzing in uw praktijk meer op incidentele basis plaats of verwijst u (ook) patiënten naar een zelfstandig gevestigde mondhygiënist. In zijn algemeenheid kan het volgende worden geadviseerd.

  • U zorgt ervoor dat de verwijzing gebeurt in goed overleg met de patiënt en met de mondhygiënist. En wanneer de mondhygiënist verwijst naar de tandarts dat deze ook op de hoogte is.
  • Als het patiëntendossier een zorgplan bevat, is het van belang dat de mondhygiënist hiervan op de hoogte is. Dit geldt wederzijds ook voor eventuele afspraken met de patiënt over de dagelijkse mondverzorging.

Samenwerking tandprotheticus

De tandprotheticus ziet vaak mensen die al jaren niet meer bij de tandarts of mondhygiënist zijn geweest. De praktijk van de tandprotheticus is voor hen dan vaak wat laagdrempeliger dan die van de tandarts. Om goed te kunnen functioneren met een volledige prothese (kunstgebit), is het belangrijk dat de patiënt de pasvorm, occlusie en articulatie regelmatig laat controleren. Bij (implantaatgedragen) prothesen is dat ook van belang om overbelasting, slijtage, ontstekingen of drukplekken tijdig te signaleren. Een goede verwijsrelatie tussen tandarts, mondhygiënist en tandprotheticus is dan ook sterk aan te bevelen. Hiervoor gelden de volgende adviezen.

  • Als tandarts en mondhygiënist vertelt u de oudere patiënt dat het verstandig is om (implantaatgedragen) prothesen met enige regelmaat te laten controleren door de tandprotheticus. U bent ook alert op signalen dat de patiënt problemen heeft met een prothese of beschadigingen daarvan.
  • U werkt bij voorkeur met een vast verwijsprotocol, waarin u beschrijft voor welke behandeling of klacht u verwijst. Uiteraard legt u dit ook goed uit aan de patiënt.
  • Voor kwetsbare ouderen is vaak wat meer tijd nodig voor overleg, het is goed om dit in de verwijzing aan te geven.
  • U houdt de andere mondzorgverleners op de hoogte van het mondzorgplan en de relevante aanvullende informatie en behandelafspraken met de patiënt. Dit geldt ook wanneer daarin belangrijke veranderingen zijn gekomen.
  • Als tandprotheticus bent u alert op signalen van plotselinge achteruitgang van de mondgezondheid en verwijst u de patiënt in zo’n geval naar de tandarts.
  • Als u eraan twijfelt of de patiënt de verwijzing opvolgt, kunt u eventueel voorstellen om meteen telefonisch een afspraak in te plannen.

Contacten in de eerste lijn

Bij de zorgverlening aan kwetsbare ouderen zijn contacten met andere zorgverleners in de eerste lijn van belang. Helaas wordt de deskundigheid van tandartsen en mondhygiënisten hierin nog onvoldoende gezien en benut. U kunt wel zelf contact zoeken om andere zorgverleners op de hoogte te brengen van zaken die van belang zijn bij een bepaalde patiënt. Hiervoor gelden onderstaande suggesties en aandachtpunten.

Zie ook: juridische kaders van de uitwisseling van medische gegevens

De huisarts

Deze is over het algemeen de eerst aangewezen zorgverlener voor informatie-uitwisseling. U dient dit wel te doen in overleg met de patiënt of diens wettelijke vertegenwoordiger en met toestemming van de patiënt. Dit is van belang in de volgende gevallen. 

  • U signaleert mondgezondheidsproblemen die ook voor de algemene gezondheid van belang zijn.
  • U wilt medicatie voorschrijven met mogelijke interacties of contra-indicaties. Dit geldt zeker wanneer de patiënt lijdt aan nier- of leverfunctiestoornissen (cytochroom p450) of allergieën. Hiervoor kunt u ook de apotheek raadplegen.
  • U acht een behandeling noodzakelijk, maar u twijfelt over de wilsbekwaamheid van de patiënt.
  • U wilt een andere zorgverlener consulteren, zoals een specialist ouderengeneeskunde, een arts voor verstandelijke beperkingen, psycholoog of (ouderen-)psychiater in het kader van de Wzd of Wvggz.

Andere zorgverleners

In het kader van uw mondzorg aan kwetsbare ouderen kan het gewenst zijn om te overleggen met een fysiotherapeut, ergotherapeut, (GZ-)psycholoog, diëtist, logopedist of maatschappelijk werker. Maar ook met een specialist ouderengeneeskunde (SO), deze wordt sinds 2019 vanuit de Zvw bekostigd. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om:

  • aanpassingen aan een tandenborstel
  • adviezen bij het uitvoeren van de mondverzorging door een ergotherapeut
  • voedingsadviezen door een diëtist
  • advies bij kauw-, spreek-, en (ver)slikproblemen door een logopedist
  • omgangsadviezen van een psycholoog bij onbegrepen en/of ongepast gedrag bij dementie van de patiënt.

U kunt dit doen in overleg met de huisarts.

Tandarts ontvangt oudere dame in de wachtkamer

Wijkverpleging, thuiszorg, sociaal wijkteam

De wijkverpleging, thuiszorg en het sociaal wijkteam komen bij de patiënt aan huis en zijn over het algemeen goed op de hoogte van diens lichamelijke en psychische situatie en sociale netwerk. Zij hebben hiermee een toegevoegde waarde bij bijvoorbeeld de ondersteuning van de dagelijkse mondverzorging. Denk ook aan de casemanager dementie, die evenals de wijkverpleegkundige in nauw contact met de huisarts een belangrijke rol heeft bij het indiceren van de gewenste en benodigde thuiszorg. Zij werken in of samen met multidisciplinaire sociale wijkteams, die door veel gemeenten worden opgezet. Voor u als mondzorgverlener kan contact wenselijk zijn:

  • als een oudere patiënt niet meer in uw mondzorgpraktijk verschijnt of als de dagelijkse mondverzorging tekort schiet
  • om zorgverleners van de thuis-, buurt- of wijkzorg te adviseren, die vaak onvoldoende bekend zijn met de interactie tussen mondgezondheid en algemene gezondheid of moeite hebben om een adequate mondverzorging uit te voeren. Zie hiervoor de adviezen van DMNV.
  • In bredere zin kunt u wellicht proberen om een goede samenwerking te bereiken met de huisartsen en thuiszorgorganisaties in uw omgeving of wijk. Misschien kunt u aansluiten bij een gezamenlijke overlegstructuur (ouderenzorgnetwerk) of hiervoor zelf initiatieven te nemen. U kunt hiervoor het ‘Draaiboek implementatie regionale samenwerking’ (DMNV) raadplegen. Steeds meer professionals en organisaties werken samen bij het aanbod van zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderen. Hierover is een Factsheet netwerken integrale ouderenzorg (pdf) uitgebracht. Het Programma Langer Thuis (VWS) brengt de netwerken integrale ouderenzorg in kaart.

Verder naar stap 6: 'Het patiëntendossier'

Deze informatie is onderdeel van de praktijkwijzer Mondzorg voor kwetsbare ouderen, die u helpt met adviezen voor goede zorg aan deze doelgroep.

Overzichtspagina praktijkwijzer Mondzorg voor kwetsbare ouderen