Tandartsen Europees en wereldwijd verenigd: de KNMT internationaal

Evert Berkel
8 minuten
Image
Vlag-europa-kiesjes
De KNMT is lid van verschillende internationale organisaties op het gebied van tandheelkunde en mondzorg. Waar het wereldwijd gaat om het bevorderen van de mondgezondheid, draait het in Europa vooral om de kwaliteit van de mondzorg en om belangenbehartiging voor de tandarts.

Het is belangrijk dat de KNMT lid is van internationale dentale organisaties als de Council of European Dentists (CED), de FDI World Dental Federation (FDI) en de European Regional Organisation (ERO). Dat onderstreepte de ledenraad tijdens de Algemene Vergadering van de KNMT, afgelopen december. Als je op internationaal niveau kunt meepraten en invloed kunt uitoefenen, dan heeft dat effect op nationaal niveau. “Daarom moeten we als Nederlandse beroepsvereniging bovenop de internationale ontwikkelingen zitten en begrijpen wat de relevante dossiers zijn”, aldus Juliette Insinger, beleidsadviseur Internationale Betrekkingen bij de KNMT. 

Europese lobby onder meer via de CED

Maar waar staan de CED, FDI en ERO eigenlijk voor en wat is hun belang voor de Nederlandse tandarts en mondzorg? De CED profileert zich op haar website als ‘The Voice of Dentist and Oral Health in Europe’. Van 31 Europese landen zijn de nationale tandartsenverenigingen – waaronder de KNMT – aangesloten bij deze Europese club, die daarmee zo’n 340 000 tandartsen vertegenwoordigt. De CED werkt vanuit een klein bureau in Brussel en bestaat inmiddels 62 jaar. 

“Uitgangspunt van de CED is het nastreven van een hoog niveau van tandartsen en mondzorg in Europa om zo een goede bijdrage te leveren aan de Europese gezondheidszorg. Een belangrijk doel daarbij is belangenbehartiging voor tandartsen in Europa door het voeren van een actieve lobby bij Europese instellingen”, aldus voorzitter Freddie Sloth-Lisbjerg, die vorig jaar juni de KNMT ledenraad toesprak. Om dit te verwezenlijken, volgt de CED nauwlettend de ontwikkelingen op het gebied van politiek en wetgeving in de Europese Unie (EU) die impact hebben op de dentale professie. Waar nodig probeert ze ook invloed uit te oefenen op de Europese politiek en de wetgeving. Dit gebeurt op 3 niveaus:

  1. als formeel adviesorgaan van de Europese Commissie dat normaliter met wetsvoorstellen komt;
  2. richting het Europees Parlement als dit zich over een wetsvoorstel buigt en erover moet stemmen en
  3. richting de Raad van de Europese Unie, waarin de regeringen van de lidstaten zijn vertegenwoordigd, die eveneens wetgeving goed- of afkeurt.

Standpunten van de CED

Binnen de CED zijn er 5 werkgroepen die zich buigen over de onderwerpen die binnen Europa spelen op het gebied van de mondzorg en tandartsen. Het gaat om de werkgroepen:

  1. opleiding en professionele kwalificaties;
  2. e-health;
  3. patiëntveiligheid, infectieziektes en duurzaamheid;
  4. tandheelkundige materialen en medische producten en
  5. mondgezondheid.

Daarnaast zijn er 2 taskforces: communicatie en interne markt. De KNMT is vertegenwoordigd in deze werkgroepen en taskforces, die zich buigen over tal van relevante dentale onderwerpen en daarover standpunten of statements namens de CED formuleren. Op basis hiervan wordt een lobby opgezet om de wetgeving van de Europese Unie te beïnvloeden. Dit is voor alle CED-leden van belang, omdat het merendeel van alle nationale wetten direct of indirect gebaseerd is op Europese regelgeving. “Dit laat nog maar eens het belang van de CED voor de Nederlandse tandarts zien”, aldus KNMT-voorzitter Hans de Vries. Momenteel spelen tal van onderwerpen waarover de CED een standpunt heeft ingenomen, zoals de Medical Devices Regulation (MDR), Direct to Consumer Orthodontics and Artifical Intelligence en de European Health Data Space (EHDS).

Onlangs was er nog het voorstel van de Europese Commissie om het gebruik en productie van amalgaam vanaf 2025 te verbieden. Wel is een uitzondering gemaakt voor het gebruik van amalgaam bij een medische noodzaak. De CED verzet zich hiertegen door bij het Europees Parlement te pleiten voor een geleidelijke afbouw van amalgaam. Deze lobby heeft ertoe geleid dat er in het Europees Parlement 2 amendementen in stemming zijn gebracht over het verbod op amalgaam. Dit heeft geleid tot een bepaling dat lidstaten zich moeten inspannen om de overstap naar amalgaamvrije vullingen te ondersteunen. En dat tandartsen die overstappen naar het maken van amalgaamvrije vullingen hiervoor professionele training kunnen krijgen. Voor Nederland speelt dit minder, omdat amalgaam hier vrijwel niet meer wordt gebruikt. Ook over ‘do it yourself/direct to consumer’ (DIY/DTC) orthodontie en tandheelkunde heeft de CED recent een standpunt in genomen. Hierin roept ze nationale autoriteiten op om illegale DIY/DTC-orthodontiepraktijken actief te bestrijden.

Regeldruk ook via Europese lobby aanpakken

Op sommige lobbydossiers werkt de CED nauw samen met andere Europese zorgkoepels, waaronder die van huisartsen, ziekenhuizen, verpleegkundigen en apothekers. Dit gebeurt momenteel rondom de EHDS, waarin het draait om wet- en regelgeving op het gebied van elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Gezamenlijk pleiten de Europese zorgkoepels er onder meer voor dat kleine zorgondernemingen niet onnodig worden belast door onder meer deze EHDS-wetgeving en dat er een financiële compensatie komt voor digitaliseringskosten. Hierover is ook gezamenlijk een lobbybrief aan het Europarlement gestuurd. Hiernaast zijn er ook acties van de nationale zorgkoepels over dit thema. Zo heeft de KNMT de Nederlandse Europarlementariërs geïnformeerd over de standpunten van de CED over de EHDS.

Opleidingsduur in veel omringende landen ook 6 jaar

Het komt ook voor dat informatie van de CED wordt gebruikt voor de lobby in eigen land. Een recent voorbeeld is de KNMT-reactie op het voornemen van de Nederlandse regering om de opleiding Tandheelkunde in te korten van 6 naar 5 jaar. Een argument hiervoor van toenmalig VWS-minister Ernst Kuipers was dat de opleidingsduur in veel EU-landen 5 jaar bedraagt. Echter, op basis van CED-informatie heeft de KNMT laten weten dat deze redenatie 

kaartje europa

mank loopt. Zo blijkt dat in veel omringende landen de studie ook 6 jaar duurt en dat in veel landen met een 5-jarige studie de studenten daarna nog 1 of 2 jaar praktische training moeten volgen voordat ze als volwaardig tandarts aan de slag mogen. Bovendien verschillen de wettelijke kaders, scholing en wijze van mondzorgverlening sterk tussen de verschillende EU-landen. En dat vertaalt zich in de lengte van de studie, aldus de KNMT.

Ook FDI pleit voor een suikertaks

Op mondiaal niveau is de KNMT aangesloten bij de FDI World Dental Federation (FDI), een organisatie die in 1900 werd opgericht en wereldwijd meer dan 1 miljoen tandartsen vertegenwoordigt. Het hoofdkantoor is gevestigd in Genève, Zwitserland. Een keer per jaar houdt de FDI een jaarcongres, waar de KNMT meestal acte de présence geeft. In tegenstelling tot de CED richt de FDI zich niet op belangenbehartiging maar op haar ideële missie, namelijk ‘optimale mondgezondheid wereldwijd’. De FDI probeert dit te bereiken door mondgezondheid te promoten als een fundamenteel mensenrecht en de tandheelkundige professie wereldwijd te bevorderen.

Concreet houdt dit in dat de FDI zich bezighoudt met beleidsontwikkeling door middel van het innemen van standpunten en het verspreiden van publicaties over relevante onderwerpen die de mondgezondheid kunnen bevorderen. Een voorbeeld hiervan is het statement dat de FDI medio vorig jaar uitbracht over de wereldwijde suikerconsumptie. Hierin staat dat deze suikerconsumptie moet worden aangepakt om zo de mondgezondheid te verbeteren. Dit standpunt werd door de KNMT gebruikt om haar pleidooi voor een versnelde invoering van een suikertaks kracht bij te zetten.

Missie bevorderen door cursussen te organiseren

De FDI probeert haar missie te bevorderen door het houden van (online) congressen en het aanbieden van een fysiek en online scholingsprogramma. “Het gaat om het zogenoemde Continuing Education Programma met gratis cursussen van een hoog niveau over tal van klinische tandheelkundige onderwerpen”, aldus beleidsmedewerker Insinger. Momenteel wordt gewerkt aan de mogelijkheid voor Nederlandse tandartsen om KRT-punten te behalen voor het volgen van deze cursussen. Daarnaast ondersteunt de FDI haar leden met activiteiten om mondgezondheid te bevorderen. Het gaat dan om het financieel ondersteunen van projecten, het verstrekken van beurzen en het opzetten van campagnes, bijvoorbeeld in het kader van World Oral Health Day op 20 maart.

CED en ERO werken samen

De European Regional Organization (ERO) is de Europese afdeling van de FDI, waarvan ook de KNMT lid is. De ERO ondersteunt Europese tandartsverenigingen op meerdere beleidsterreinen en probeert zo het werk van de FDI te ondersteunen en te beïnvloeden. Er is de nodige overlap van onderwerpen waar ook de CED zich mee bezighoudt. Zo hebben beiden organisaties een taskforce over de interne Europese markt. Besloten is dat deze 2 met elkaar gaan samenwerken.

Hoewel vertegenwoordiging van de KNMT binnen de ERO op dit moment niet de hoogste prioriteit heeft, is het toch belangrijk om ook bij deze organisatie de vinger aan de pols te houden, aldus Insinger. Zo bleek vorig jaar dat cijfers in een WHO-rapport over mondgezondheid in Nederland niet juist waren. Zo waren de prevalentie van cariës onder kinderen en bij volwassenen en de prevalentie van parodontitis, lipkanker en mondholtekanker te hoog weergegeven. Ook gaf de WHO niet aan welke bronnen waren gebruikt. CED en ERO hebben toen de World Health Organization (WHO) in een brief verzocht om dit aan te passen. Ook heeft de KNMT naar aanleiding hiervan nogmaals aandacht gevraagd bij het ministerie van VWS voor adequate dataverzameling over de staat van de mondzorg in Nederland en gewezen op de verkeerde data in het WHO-rapport, die ook worden gebruikt voor het maken van beleid. “We moeten er dus ook op internationaal gebied bovenop zitten”, aldus Hans de Vries.

 

CED-statement over de Medical Devices Regulation (MDR)

De CED heeft in november 2023 een verklaring uitgegeven over tandheelkunde in relatie tot de Verordening Medische Hulpmiddelen (MDR) 2017/745. De MDR is cruciale wetgeving voor het leveren van hoogwaardige gezondheidszorg en patiëntveiligheid in Europa. Echter, enkele jaren na de implementatie ervan zijn er nog steeds veel interpretatieverschillen over de rol van tandartsen in relatie tot tandheelkundige medische hulpmiddelen. In zijn statement beschrijft de CED hoe hij aankijkt tegen deze rol. Hij benadrukt dat tandartsen op de eerste plaats als primaire zorgverleners moeten worden gezien, die bijdragen aan het behoud en de bevordering van de volksgezondheid in Europa. Daar hoort ook de mogelijkheid bij om in een tandartspraktijk tandheelkundig medische hulpmiddelen te mogen vervaardigen. Verder zal de tandheelkundige beroepsgroep zich blijven inzetten voor de implementatie van de MDR en het doel om optimale patiëntveiligheid te waarborgen in alle lidstaten, aldus de CED-verklaring.

Monitoring kwaliteit van Artificial Intelligence door toezichthouder

De CED roept toezichthouders in Europa op om de kwaliteit van Artificial Intelligence (AI) te monitoren. In november 2023 hebben de leden een standpunt aangenomen over ‘do it yourself/direct to consumer’ (DIY/DTC) orthodontie, tandheelkunde en AI. Hierin beschrijft de CED zijn zorgen en aanbevelingen ten aanzien van DIY-orthodontie en de mogelijke gevolgen van AI. De groeiende beschikbaarheid van DIY-orthodontie brengt risico’s voor patiënten met zich mee, aldus de CED. Hij roept daarom de nationale autoriteiten op om illegale DIY/DTC-orthodontiepraktijken actief te bestrijden. De procedures gaan namelijk niet gepaard met een grondige orthodontische diagnose en worden niet adequaat begeleid door een tandarts voor orthodontie of orthodontist. Dit is een punt van zorg in verschillende landen. dat samenhangt met lopende ontwikkelingen in de EU-wetgeving op het gebied van e-health en AI.

FDI-statement over suiker

De FDI nam op 26 september 2023 in Sydney het statement ‘FDI Position on Free Sugars’ aan. Hierin stelt de organisatie dat vrije suikers tandbederf veroorzaken. Ook worden ze steeds meer erkend als oorzaak van ernstige niet-overdraagbare aandoeningen zoals diabetes, obesitas en hart- en vaatziekten. Het terugdringen van suikerconsumptie kan aanzienlijke impact hebben op het beteugelen van de mondiale epidemieën van tandcariës en niet-overdraagbare ziekten. De FDI roept tandartsen op om actief bij te dragen aan het verminderen van de suikerconsumptie. Het statement van de FDI sluit aan bij het pleidooi van de KNMT om te komen tot versnelde invoering van een suikertaks in Nederland en voor structurele aandacht voor een gezonde leefstijl en mondzorg op het consultatiebureau en in het basisonderwijs. 

Dit artikel verscheen eerder in NT/Dentz 01/2024