KNMT richt zich tot de Tweede Kamer: verkorting opleiding onverantwoord

Hans Scholten
2 minuten
Image
In de collegezaal
Het demissionaire kabinet houdt vast aan haar voornemen om de opleiding Tandheelkunde in te korten. Dat heeft minister Dijkstra van Medische Zorg aan de Tweede Kamer laten weten. De komende tijd wordt wetgeving voorbereid om de opleiding van 6 tot 5 jaar te verkorten. De KNMT blijft haar zorgen uiten over de gevolgen voor de kwaliteit van de opleiding en de veiligheid van patiëntenzorg.

In antwoord op vragen van Tweede Kamerlid Krul van het CDA liet minister Dijkstra vorige week weten dat de sector geen “budgetneutraal” alternatief voor het inkorten van de opleiding heeft aangedragen. Met “budgetneutraal” wordt bedoeld dat de uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen geen geld mag kosten.

De ministers van VWS en OCW maakten hun plan om de opleiding in te korten eind vorig jaar bekend. Ze deden dat nadat een door hen zelf ingestelde commissie had aangetoond dat een kortere opleiding juist onverantwoord is. Het leidt tot risico’s voor de kwaliteit, de veiligheid en de kosteneffectiviteit van de zorg.

De KNMT zal in de komende periode haar zorgen blijven uiten over de gevolgen voor de kwaliteit van de opleiding en de veiligheid van patiëntenzorg. Voorzitter Hans de Vries: “We kampen met enorme tekorten en een steeds complexere zorgvraag. Dan moet je niet willen morrelen aan de kwaliteit van de opleiding. Het nieuwe kabinet zou juist moeten investeren in het aantal opleidingsplekken Tandheelkunde.”

Position paper verkorting opleiding en brief deskundigheidsbevordering

Minister Dijkstra maakte haar opmerkingen in het commissiedebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg. Voorafgaand aan dit debat heeft de KNMT de zorgwoordvoerders uit de Tweede Kamer benaderd met het position paper ‘Verkorting opleiding Tandheelkunde onverantwoord’. Daarnaast bracht de KNMG mede namens ons een brief in, waarin we nogmaals een pleidooi hielden voor het verplicht stellen van deskundigheidsbevordering voor (tand)artsen. Dit zodat patiënten erop kunnen vertrouwen dat zorgverleners die in het BIG-register geregistreerd staan voldoende in staat zijn en blijven om kwaliteit van zorg te leveren.